De uitdrukking "al doende leert men" is bij velen bekend. Het betekent dat we bij elke beweging, bewust of onbewust, nadenken over hoe we die uitvoeren. Psychomotoriek draait om deze verbinding tussen de geest (psyche) en beweging (motoriek). Simpel gezegd: onze geest stuurt onze bewuste bewegingen aan en bepaalde bewegingspatronen kunnen onze denkpatronen beïnvloeden.
Soms wordt een vertraagde ontwikkeling bij een kind geconstateerd. Dit kan het gevolg zijn van een aandoening, een gebrek aan motorische ervaring of soms zonder duidelijke reden. Kinderen met motorische ontwikkelingsachterstanden hebben extra zorg en aandacht nodig. Ze moeten meer oefenen om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. Omgekeerd kunnen psychische aspecten zoals faalangst en een laag zelfbeeld de motorische processen verstoren. Vroegtijdige interventie is daarom vaak cruciaal. Een sterke psychomotorische basis leidt tot minder compensaties, minder frustraties, minder spanningen en meer groeimogelijkheden – een grotere vrijheid in ontwikkeling.
Ofwel spreken we van een lateralisatieprobleem. Lateralisatie is een proces in de neuromotorische ontwikkeling met als doel dat de linker of rechter hersenhelft zijn dominantie krijgt. Voor de leeftijd van ongeveer 6 jaar hanteert het kind beide handen en voeten doorgaans evenwaardig. De bewegingen zijn elkaars spiegelbeeld (symmetrisch); het kind heeft nog geen besef van links en rechts. Vanaf ongeveer 6 jaar treedt het effectieve lateralisatieproces in: er ontwikkelt zich een samenwerking tussen o.a. beide handen met een zekere ‘taakverdeling’. De ene hand wordt dominant (actiekant), de andere hand assisteert (steunkant). De voorkeurshand gaat meer en meer de handeling uitvoeren in ondersteuning van de niet voorkeurshand. In deze fase wordt de schrijfhand gekozen. Wanneer een kind nog niet in deze fase zit en toch al moet beginnen schrijven, kunnen er zich problemen voordoen en zal het kind compensaties zoeken. Dit kan uiteindelijk tot leerproblemen leiden.
voorbeelden
- Grove motoriek zoals rollen, zitten, kruipen, lopen, fietsen, klimmen, zwemmen…
- Fijne motoriek zoals knippen, tekenen, rijgen, boetseren, schrijven…
- Lateralisatie zoals de correcte werkrichtingen kunnen gebruiken, het leren van links en rechts…
- Visuomotoriek en visueel-ruimtelijke problemen
- Schoolrijpheidsproblemen (bij kleuters)
- Concentratieproblemen
- Faalangst
- Psychosomatische klachten